Het eerste Living Planet Report Belgium toont gemengd beeld van onze biodiversiteit
Het eerste Living Planet Report Belgium toont gemengd beeld van onze biodiversiteit
Het eerste Living Planet Belgium-rapport maakt een balans op van de biodiversiteit in België tussen 1990 en 2018. De trend is licht positief (+ 0,2% / jaar) maar er zijn veel verschillen naargelang de soort en habitattype. Soorten die specifiek zijn voor natte gebieden en natuurlijke open omgevingen vertonen gemiddeld een lichte toename van hun populaties. Aan de andere kant is de achteruitgang dramatisch voor soorten in agrarische omgevingen en, in mindere mate, voor bossoorten, met name voor vogels.
Een Living Planet Index voor België
België is een klein land met een grote diversiteit aan habitats en soorten. Het Living Planet Report Belgium is het resultaat van een ongekende samenwerking tussen WWF, Natagora, Natuurpunt, Belgian Biodiversity Platform, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en meer dan twintig experts van universiteiten, openbare instellingen en natuurbeschermingsorganisaties. Voor het eerst werd een Living Planet Index (LPI) berekend om de toestand van de biodiversiteit in België beter te beoordelen. De LPI heeft de gemiddelde verandering in populatiegrootte van 283 soorten vogels, zoogdieren, amfibieën, reptielen en insecten gemeten voor de periode 1990-2018. Dit duidt op een stijging van 0,2% per jaar met stabiliteit over de afgelopen 10 jaar. Een bemoedigend resultaat maar te -nuanceren volgens de soort en de habitats.
De ‘winnaars’ en de ‘verliezers’
Achter de nationale LPI zijn ook indexen berekend voor vier belangrijke habitattypen: landbouwgebieden, bossen, natte gebieden en open natuurlijke omgevingen. In de afgelopen 28 jaar kenden soorten in open natuurlijke omgevingen (natuurlijke graslanden en heidevelden) zoals bepaalde vlinders en sprinkhanen een gemiddelde toename van 15%. Soorten die in en om zoetwater leven (uit moerassen, beken en stilstaand water) laten een gemiddelde stijging zien van 47,6%. De toename van populaties libellen en waterjuffers kan enerzijds worden geassocieerd met de opwarming van de aarde en anderzijds met herstel inspanningen die het mogelijk hebben gemaakt om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren en vijvers te beschermen, dankzij de Europese kaderrichtlijn voor water, de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Deze resultaten suggereren dat ambitieuze natuurherstelprojecten, zoals bijvoorbeeld uitgevoerd in het Scheldebekken in Vlaanderen en op de Ardeense hooglanden in Wallonië, een gunstige impact hebben gehad op de biodiversiteit. Momenteel verkeert echter slechts 27% van de oppervlaktewaterlichamen in ‘goede ecologische toestand’ in België.
In de landbouwgebieden, die 44% van het Belgische grondgebied beslaan, is de achteruitgang van de soorten daarentegen duizelingwekkend. Vogelpopulaties zijn gemiddeld met 60,9% afgenomen. Deze daling houdt verband met de intensivering van landbouwpraktijken. Intensieve landbouw is schadelijk voor het milieu door zijn bijdrage aan eutrofiëring en bodemdrainage, overmatig gebruik van pesticiden en de uniformisering van landschappen. Door het verwijderen van verschillende elementen van het ecologische netwerk lopen wilde bloemen, insecten en vogels gevaar.
In de bossen, die 20% van het nationale oppervlak beslaan, zijn de onderzochte populaties gemiddeld met 26,6% gedaald. Het is niet eenvoudig om één of zelfs de hoofdoorzaak te identificeren voor de evolutie van soorten in een bosrijke omgeving. De achteruitgang van bepaalde vogels zoals de wielewaal of van vlinders zoals morgenrood, staat in contrast met de spectaculaire terugkeer van karakteristieke soorten zoals de zwarte ooievaar of de vooruitgang van de zwarte specht en middelste bonte specht. Verstoringen, zoals invasies van droogte of schorskevers, vormen een uitdaging voor bosbeheerders.
De directe impact van klimaatverandering
Intensieve landbouw, houtkap, vernietiging, fragmentatie en vervuiling van habitats vormen de grootste bedreiging voor de biodiversiteit in België. De overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen en de introductie van exotische soorten oefenen ook druk uit op de biodiversiteit, evenals klimaatverandering, waarvan de effecten steeds zichtbaarder worden. De populaties van soorten met een zuidelijk karakter (vanuit het zuiden) nemen eerder toe (gemiddeld + 28,5%) terwijl de noordelijke soorten (vanuit het noorden) het minder goed lijken te doen (stabiele trend). Extreme weersomstandigheden zoals droogte in de zomer kunnen ook leiden tot verlies van biodiversiteit.
Op de natuur gebaseerde oplossingen
Volgens het Living Planet International Report 2020, gepubliceerd op 10 september, hebben de onderzochte gewervelde populaties sinds 1970 gemiddeld 68% van hun aantallen verloren. Sommige wetenschappers suggereren een 6e massa-extinctie. De COVID-19-pandemie maakt ons ervan bewust dat de staat van onze biodiversiteit en die van onze lichamelijke en geestelijke gezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ontbossing en illegale handel in wilde dieren en planten maken het gemakkelijker voor mensen om in contact te komen met ziekteverwekkers. Tegelijkertijd gingen velen van ons op zoek naar de rust van de natuur tijdens de quarantaine.
Natuurherstelprojecten zijn gunstig voor de biodiversiteit. De terugkeer van enkele belangrijke soorten, zoals de wolf, de otter en de oehoe, is het bewijs dat inspanningen voor natuurbehoud hun vruchten afwerpen. Maar door de natuur te herstellen, kunnen we ook het hoofd bieden aan maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, luchtkwaliteit, voedsel- en watervoorziening. Maatregelen als de bescherming van kustduinen, het aanleggen van natuurgebieden of zelfs het groen-blauwe netwerk in en om steden helpen de kans op overstromingen en de gevolgen van droogte te beperken.
Dit eerste Living Planet Report Belgium is bedoeld als startpunt voor effectieve actie op het terrein. Om rijke ecosystemen weer op te bouwen, meer educatie over natuur en milieu, het stimuleren van duurzame productie en consumptie en het betrekken van de burger zijn een deel van de oplossing. Maar een coherente aanpak veronderstelt vooral een gecoördineerde strategie tussen de verschillende bestuursniveaus, waarbij rekening wordt gehouden met alle voordelen die de natuur de samenleving, de economie, de gezondheid, de veiligheid of het toerisme oplevert.