do it with nature

Campagne

Do it with nature

Wereldwijd staat onze biodiversiteit onder druk en ons klimaat is ingrijpend aan het veranderen. De gevolgen voelen we nu al, maar het is niet te laat om het tij te keren. We kennen de oplossingen, we weten hoeveel ze kosten. Nu moeten we ze alleen nog toepassen, met de natuur als onze belangrijkste bondgenoot.

Do it with nature, voor onze gezondheid

Jaarlijks wordt meer dan 5.000 ton pesticiden gesproeid in België. Deze chemicaliën zijn giftig, want ze dienen om planten (herbiciden), insecten (insecticiden) of schimmels (fungiciden) die de gewassen schaden, te vernietigen. Hun gerichte gebruik beschermt gewassen tegen ziekten en plagen.

Maar het sproeien van deze giftige stoffen vormt een gezondheidsrisico, niet alleen voor de boeren die ermee werken. De hele bevolking komt in contact met deze schadelijke producten. Niet alleen op de boerderij. Wind en regen verspreiden ze in de natuur, en dragen deze stoffen tot ver buiten de akkers waarop ze zijn aangebracht, tot in het voedsel dat op ons bord terechtkomt.

De sporen die pesticiden achterlaten in het hele ecosysteem hebben ook verwoestende gevolgen voor de biodiversiteit. Een van de meest sprekende voorbeelden in ons land is de achteruitgang van de vogelpopulaties in landbouwgebieden. Volgens het laatste Living Planet Rapport België zijn de vogelpopulaties tussen 1990 en 2018 gemiddeld met meer dan 60% gedaald, voornamelijk als gevolg van het overmatig gebruik van pesticiden. Ook de biodiversiteit van de bodem, d.w.z. alle soorten levende organismen die er leven, wordt bedreigd door het gebruik van pesticiden, intensieve landbouw en minerale meststoffen. En toch zijn ze essentieel voor de productie van onze gewassen.

De landbouwproductie moet zichzelf kunnen beschermen tegen plagen, maar moet in de toekomst onafhankelijk worden van giftige bestrijdingsmiddelen. We hebben geen andere keuze - onze gezondheid en die van het milieu zijn ervan afhankelijk.

Hiervoor zijn methodes nodig die ons in staat stellen samen te werken met de natuur, en we moeten boeren ondersteunen bij deze overgang. Duurzame landbouwpraktijken implementeren, zoals gewasrotatie, hagen planten en habitats creëren voor natuurlijke helpers, zoals bijvoorbeeld insecten die zich voeden met plagen van gewassen, kan ons helpen onze afhankelijkheid van pesticiden te verminderen. Het doel moet zijn om onze voedselzekerheid te garanderen en tegelijkertijd onze gezondheid en die van het hele natuurlijke ecosysteem te beschermen.

België ondertekende in december 2022 samen met 195 andere landen het Kunming-Montreal Globaal Biodiversiteitsakkoord. Dit akkoord verbindt de wereld ertoe het verlies aan biodiversiteit tegen 2030 te stoppen en terug te draaien.

Een van de doelstellingen van dit akkoord is om vervuiling terug te dringen tot niveaus die niet schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Hiervoor stelt het akkoord dat o.a. de risico’s veroorzaakt door pesticiden moeten worden gehalveerd tegen 2030.

Als België zijn verbintenis wil nakomen, zou het de volgende maatregelen moeten nemen:

1) Het ontwikkelen en opvolgen van regionale plannen met als doelstelling het totale gebruik van bestrijdingsmiddelen, zowel chemische als de meest gevaarlijke, met 50% te verminderen tegenover het gebruik in 2020.

2) Het financieren van praktisch werk uitgevoerd door alle boeren in België om het totale gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen met 50% en het gebruik van de meest gevaarlijkere bestrijdingsmiddelen met 50% te verminderen tegenover het gebruik in 2020.

Om bovenstaande acties uit te voeren zal België (federale overheid en regionale overheden samen) naar schatting 35,41 miljoen euro moeten investeren aan personeelskosten en werkingsmiddelen tussen nu en 2030. Dit komt neer op 5,058 miljoen euro per jaar of 0,039% van de jaarlijkse Belgische uitgaven aan fossiele brandstofsubsidies.

Do it with nature, voor onze veiligheid

In juli 2021 werd België getroffen door verschrikkelijke overstromingen, waarbij bijna 40 mensen om het leven kwamen. Extreme weersomstandigheden zoals hittegolven, droogte en overstromingen worden frequenter en intenser als gevolg van klimaatverandering, en we moeten ons erop voorbereiden om onze veiligheid te garanderen.

Hoe dan? We weten dat klassieke infrastructuur, zoals dijken en waterkeringen, slechts een gedeeltelijke oplossing bieden voor het probleem. Ze zijn duur en vereisen voortdurend onderhoud. Door problemen met natuur op te lossen, beschermen we onszelf effectiever en daar profiteren zowel de omwonenden als de natuur zelf van.

Door het herstellen van rivieren neemt bijvoorbeeld het risico op overstromingen af: rivieren kunnen weer meanderen, waardoor hun capaciteit toeneemt en de stroming aanzienlijk wordt vertraagd. Natuurlijke rivieroevers creëren gecontroleerde overstromingsgebieden die niet alleen een aantrekkelijke ruimte vormen voor planten en dieren, maar ook als buffer dienen. Ze zuiveren en houden zeer grote hoeveelheden water vast in de bodem.

Het herstellen van de oevers van een rivier heeft een watervaleffect: meer ongewervelden, meer vissen, meer predatoren, meer biodiversiteit in het algemeen. Dit is de opwaartse spiraal die we tot stand brengen. Je kan de positieve effecten duidelijk zien in de Schelde en de Semois, de levensbron en habitat van de otter in België.

De Europese Commissie wil tegen 2030 minstens 25.000 km aan rivieren herstellen zodat deze terug vrij kunnen stromen. Dit is één van de doelstellingen van de Europese Biodiversiteitsstrategie voor 2030.

België wordt als Europese lidstaat verwacht hieraan bij te dragen door in zijn eigen rivieren in onbruik geraakte barrières (zoals dammen en sluizen) te verwijderen en uiterwaarden (natuurlijke overstromingsgebieden langst de rivier) en wetlands te herstellen.

Om hierin te slagen moet België de vergunningen voor het oppompen en draineren van water op regionaal niveau moeten herzien (vooral in Vlaanderen en Wallonië), de rivieren herstellen en de vooruitgang opvolgen.

Om de herziening van de vergunningen en de monitoring te realiseren zal België naar schatting 1.59 miljoen euro moeten investeren aan personeelskosten en werkingsmiddelen tussen nu en 2030. Dit komt neer op 227.094,86 euro per jaar of 0,0018% van de jaarlijkse subsidies aan fossiele brandstoffen.

De kosten voor rivierherstel maken deel uit van de totale kosten voor natuurherstel in ons land, zoals berekend door WWF-België. Uit onze berekening blijkt dat er tussen nu en 2030 een totale investering van ongeveer 2 miljard euro aan personeel en operationele middelen nodig zal zijn. Dit komt overeen met 285,62 miljoen euro per jaar, of 2,21% van de jaarlijkse uitgaven door België aan subsidies voor fossiele brandstoffen.

Do it with nature, voor ons voedsel

Koffie, groenten, appels, tomaten, amandelen, chocolade: de productie van deze producten is rechtstreeks afhankelijk van bestuivers. Je denkt waarschijnlijk aan bijen, en je hebt gelijk, want zij zijn bijzonder efficiënt in deze rol. Maar ook andere insecten zoals vlinders, mieren en zelfs wespen vervullen de cruciale taak van het vervoeren van stuifmeel van de ene plant naar de andere. Hierdoor kunnen deze zich voortplanten en is zo de productie van driekwart van de belangrijkste gewassen ter wereld gegarandeerd. Het is heel eenvoudig: we hebben insecten nodig om te kunnen eten. Eén op de drie happen van ons voedsel is van hen afhankelijk.

Het probleem is dat 30% van alle insectensoorten ter wereld nu met uitsterven wordt bedreigd. Deze achteruitgang heeft een rechtstreeks verband met klimaatverandering en vervuiling, maar ook met slechte landbouwpraktijken, zoals het massale gebruik van pesticiden en intensieve landbouw.

De achteruitgang van bestuivers baart ons allemaal zorgen. In België zijn bijen essentieel voor onze appel- en perenoogst, omdat deze bomen zichzelf niet kunnen bevruchten. Bovendien toont onderzoek aan dat fruit dat door bijen wordt bevrucht van veel hogere kwaliteit is dan fruit waarbij dat niet het geval is. Het is dus niet verwonderlijk dat bijen in ons land een economische waarde vertegenwoordigen van 251 miljoen euro! Bijen spelen ook een belangrijke rol in de biodiversiteit door de groei en verspreiding van bomen, bloemen en andere planten te bevorderen, die dan weer een habitat vormen voor tal van andere soorten.

De Europese Commissie wil de achteruitgang van wilde bestuivers (zoals bijen, vlinders, zweefvliegen…) omkeren tegen 2030 en werkte hiervoor een actieplan uit. Elke Europese lidstaat moet hieraan bijdragen. Aangezien België een Nationale Bestuiversstrategie heeft die in lijn is met het Europese actieplan, betekent dit dat ons land van deze nationale strategie moet implementeren.

Concreet moet België dus:

1) Maatregelen ontwikkelen en uitvoeren om de doelstellingen van de Belgische Bestuiversstrategie te bereiken.

2) De staat van bestuivers in ons land monitoren en meer te weten komen over de oorzaken van hun achteruitgang.

Veel van de maatregelen die nodig zijn om de achteruitgang van bestuivers een halt toe te roepen, zijn ook belangrijk voor andere dieren en voor onze gezondheid, zoals het gebruik van pesticiden verminderen, steden vergroenen, de natuur herstellen en beschermen, of meer kleine landschapselementen planten in landbouwgebieden. Een schatting van de benodigde investering voor deze maatregelen is te vinden in de studie die het adviesbureau Trinomics in opdracht van WWF-België heeft uitgevoerd over het financieringstekort voor biodiversiteit in België.

Om het accent te leggen op bestuivers bij de uitvoering van bovengenoemde maatregelen, en de monitoring van bestuivers te realiseren, zal België naar schatting 2.12 miljoen euro moeten investeren in personeelskosten en werkingsmiddelen tussen nu en 2030. Dit komt neer op 302.478,57 euro per jaar, of minder dan 0,0024% van de 13 miljard euro aan subsidies die de Belgische overheid vorig jaar toekende aan fossiele brandstoffen.

Do it with nature, voor ons welzijn

2023 was het warmste jaar ooit. Hoewel we actie moeten blijven ondernemen om de klimaatverandering tegen te gaan, omdat elke tiende van een graad telt, zijn we er allemaal getuige van: de temperaturen stijgen. In steden zullen we het des te meer voelen door het hitte-eiland-effect. De concentratie van gebouwen, wegen, voertuigen en andere warmtebronnen draagt hiertoe bij, maar ook de afname van vegetatie en open ruimten, zorgt dat het in steden warmer is dan op het platteland of in natuurgebieden.

Opnieuw kan de natuur een rol spelen bij het verbeteren van onze levenskwaliteit en het duurzamer, veerkrachtiger en aangenamer maken van onze stedelijke omgevingen. Bomen en groene ruimten bieden schaduw en absorberen minder warmte dan harde oppervlakken zoals beton en asfalt. Dit helpt om de temperatuur laag te houden.

Vegetatie verbetert ook de luchtkwaliteit door luchtvervuilende stoffen te filteren. Het werkt daarnaast als een buffer, absorbeert regenwater en vermindert het risico op overstromingen. En dat is nog niet alles: groene gebieden zijn belangrijk voor onze mentale en fysieke gezondheid. Elke extra hectare natuur betekent acht extra mensen die geen bijkomende zorg nodig hebben.

Werken met de natuur heeft dus veel voordelen voor de menselijke gezondheid. Stedelijk groen biedt ook habitats voor wilde dieren, bevordert de biodiversiteit en zorgt voor gezondere, veerkrachtigere stedelijke ecosystemen.

De COVID-19 lockdowns maakte de waarde van groene ruimte in steden voor gezondheid en de levenskwaliteit van de inwoners heel erg duidelijk. Daarom besloot de Europese Commissie het vergroenen van steden op te nemen in haar Biodiversiteitstrategie voor 2030. Ze roept alle Europese steden met meer dan 20.000 inwoners op om een (meer ambitieus) stedelijk vergroeningsplan te ontwikkelen. Voor België gaat dit in totaal over 74 steden waaronder Brussel, Leuven, Luik, Antwerpen, en Bergen.

Om deze verbintenissen na te komen moet België de volgende acties ondernemen:

1) Elke stad in België met meer dan 20.000 inwoners moet een stedelijk vergroeningsplan ontwikkelen.

2) Al deze steden moeten de stedelijke vergroeningsacties op hun eigen grondgebied implementeren.

Om bovenstaande acties uit te voeren zullen deze 74 Belgische steden naar schatting 804,50 miljoen euro moeten investeren aan personeelskosten en werkingsmiddelen tussen nu en 2030. Dit komt neer op 114,92 miljoen euro per jaar. Dit is aan gelijk 0,89 % van de jaarlijkse Belgische uitgaven aan fossiele brandstofsubsidies.

Do it with nature, voor duurzame energieproductie

De wetenschap is duidelijk: we moeten de opwarming van de aarde beperken tot 1,5°C als we de ergste gevolgen van de klimaatverandering willen voorkomen. Opnieuw helpt de natuur ons om het klimaat te reguleren: de afgelopen tien jaar hebben natuurlijke ecosystemen zoals bossen, de oceaan en savannes meer dan de helft van alle door de mens veroorzaakte CO2-uitstoot geabsorbeerd. Helaas kan de natuur niet al het werk doen.

Om de opwarming van de aarde te beperken, moeten we onze koolstofuitstoot verminderen. Dit betekent dat we geleidelijk moeten stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen. Alle landen hebben dit afgesproken tijdens de laatste klimaattop.

We moeten dus andere manieren vinden om energie te produceren, op een duurzame manier. En ook hier is de natuur er om ons een handje te helpen. Wind en zon zijn natuurlijke elementen die tot de belangrijkste bronnen van zogenaamde "hernieuwbare" energie behoren, want ze worden voortdurend vernieuwd.

België wil zijn energietransitie versnellen door de hoeveelheid windenergie die wordt opgewekt in het Belgisch deel van de Noordzee tegen 2030 te verdrievoudigen. Om dit te bereiken wil ons land als eerste land ter wereld windturbines bouwen in beschermde natuurgebieden.

Ook hier moeten we hand in hand werken met de natuur: ons energieplan moet gepaard gaan met een biodiversiteitsplan, om de natuur een plaats te geven. Dit houdt onder andere in dat de oesterbanken in het Belgische deel van de Noordzee tegen volgend jaar hersteld moeten zijn.

België heeft twee offshore energiezones aangewezen in het Belgisch deel van de Noordzee. Een van deze gebieden ligt gedeeltelijk in een Natura 2000-gebied, beschermd door de Habitatrichtlijn van de Europese Unie. Samen maken de twee gebieden het mogelijk om het offshore windenergiequotum uit het Belgisch regeerakkoord tegen 2030 te halen.

Om de mariene ecosystemen en biodiversiteit tijdens de ontwikkeling van deze offshore energie-infrastructuren te beschermen, verbeteren en herstellen, moet natuurinclusief ontwerp de norm zijn. Windmolenparken, energie-eilanden en andere offshore-infrastructuur zoals kabels en platformen moeten en kunnen negatieve effecten verzachten en positieve effecten creëren voor de biodiversiteit.

Om 3 hectare grindbanken met oesterriffen te herstellen, zouden we tussen de 13,51 miljoen (kleine kwekerij) en 14,41 miljoen euro (grote kwekerij) moeten investeren gedurende 7 jaar, oftewel maximaal 2,059 miljoen euro per jaar. Dit is minder dan 0,016% van de 13 miljard euro die onze regering vorig jaar uitgaf aan subsidies voor fossiele brandstoffen.

Do it with nature om dieren te beschermen

Een miljoen planten- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Hiertoe behoren iconische soorten zoals de berggorilla, waarvan er nog maar iets meer dan duizend in het wild leven. De jaguar, de grootste katachtige van Amerika, verloor de helft van zijn leefgebied door destructieve menselijke activiteiten. De situatie van de tijger is iets verbeterd, maar blijft kritiek: in de afgelopen 10 jaar is hun populatie met bijna 20% toegenomen, wat bewijst dat inspanningen voor natuurbehoud hun vruchten afwerpen.

Bij WWF maken we deel uit van de oplossing en werken we op het terrein om deze iconische soorten te beschermen en, meer algemeen, om de biodiversiteit van onze planeet te beschermen. We doen dit ook in België, in het bijzonder door te werken aan het herstel en de aanleg van ecologische corridors, dit zijn natuurlijke verbindingen tussen natuurgebieden die helpen om soorten zoals de otter te laten gedijen.

Maar er is nog zoveel te doen om de biodiversiteit te beschermen. Het is de diversiteit van soorten, van de microscopisch kleine mier die alleen in het Amazonewoud is gezien, tot de iconische sneeuwluipaard. Biodiversiteit vertegenwoordigt ook de verscheidenheid aan leven op aarde, die essentiële processen mogelijk maakt waar wij mensen direct van afhankelijk zijn. Deze variëren van fotosynthese en bestuiving tot zuurstofproductie en koolstofopname. In de breedste zin van het woord voorziet de natuur ons van ons voedsel, onze medicijnen en de essentiële elementen die we nodig hebben om ons te bevoorraden en te kleden.

Het kan alleen goed gaan met mensen als het ook goed gaat met de natuur. Daarom moeten we dingen mèt de natuur doen, niet ertegen. België heeft een rol te spelen, zowel in eigen land als in het buitenland.

België ondertekende, samen met 195 andere landen, in december 2022 het wereldwijde biodiversiteitsakkoord van Kunming-Montreal, dat de wereld ertoe verbindt om tegen 2030 het verlies aan biodiversiteit over de hele planeet een halt toe te roepen en om te keren. Een van de doelen van dit akkoord is om de financiële middelen voor internationale samenwerking op het gebied van biodiversiteit te verhogen tot 30 miljard dollar per jaar tegen 2030. Deze extra middelen moeten lage-inkomenslanden in staat stellen de natuur op hun grondgebied beter te beschermen, bijvoorbeeld door duurzame landbouw te ondersteunen, ecotoerisme te promoten, alternatieven te bieden aan lokale gemeenschappen voor illegale houtkap in natuurgebieden of een strenge natuurwetgeving te ontwikkelen en te handhaven. Van België wordt verwacht dat het een billijke bijdrage levert aan dit programma.

Als lid van de Europese Unie heeft ons land ook de plicht om de biodiversiteit lokaal te beschermen. Daarom moet België bijdragen tot de strategie van de Europese Unie om 30% van de land- en zeegebieden wettelijk te beschermen, waarvan 10% strikt.

De Europese Commissie verwacht ook dat België een uitgebreid document voorlegt dat aantoont hoe ons land deze doelstellingen zal bereiken en waar deze beschermde gebieden zijn en zullen worden gecreëerd. Daarnaast moet ons land ernaar streven om zijn natuurgebieden met elkaar te verbinden door ecologische corridors. Dit zijn onder andere parken en andere groene ruimten in steden, ecoducten, viswegen, hagen in landbouwgebieden en tunnels onder wegen voor otters. Ten slotte moet België ervoor zorgen dat alle beschermde natuurgebieden duidelijke natuurbeheerdoelstellingen hebben, dat er natuurbeheermaatregelen worden toegepast in deze gebieden en dat er voldoende middelen zijn om dit te doen.

We hebben berekend dat de bijdrage van België aan de nodige verhoging van ontwikkelingshulp gelinkt aan biodiversiteit 61,71 miljoen euro per jaar zou moeten bedragen tussen nu en 2030. Dit vertegenwoordigt 0,48% van de subsidies die ons land jaarlijks toekent aan fossiele brandstoffen.

Om de biodiversiteit in eigen land te beschermen zal België (federale overheid en regionale overheden samen) naar schatting 1,04 miljard euro moeten investeren aan personeelskosten en werkingsmiddelen tussen nu en 2030. Dit komt neer op 147,88 miljoen euro per jaar of 1,14% van de jaarlijkse Belgische uitgaven aan fossiele brandstofsubsidies.

Ontdek of politieke partijen het met de natuur willen doen na de verkiezingen

We ontmoetten de politieke partijen op een plek in de natuur die hen nauw aan het hart ligt, en bevragen hen over hun plannen voor natuur- en klimaatbeleid.

Naar youtube