Diepzeemijnbouw: gevolgen en alternatieven

Diepzeemijnbouw: gevolgen en alternatieven

In onze eerdere artikels over de diepzee maakten we kennis met de wondere wezens die er huizen, leerden we waarom diepzeemijnbouw zoveel interesse opwekt, en welke leefgebieden en dieren die extractie-industrie bedreigt. In dit derde deel van onze reeks blikken we vooruit: wat zouden de gevolgen van diepzeemijnbouw zijn? En hebben we diepzeemijnbouw écht nodig, of zijn er alternatieven?

De eerste diepzeemijnbouwprojecten zouden plaatsvinden in de Clarion-Clippertonzone, een gebied van 6 miljoen km² in de Stille Oceaan, tussen Mexico en Hawaii. Wetenschappers onderzochten er 30 km² aan abyssale vlakten en ontdekten daar maar liefst 1.000 soorten. Er is dus nog een enorme kenniskloof te vullen … De gevolgen van diepzeemijnbouw exact voorspellen is dan ook onmogelijk. Het goede nieuws? We hebben geen diepzeemijnbouw nodig: er zijn alternatieven.

Veel vraagtekens, ontzagwekkende gevolgen

Wat vaststaat: de opbrengsten van diepzeemijnbouw wegen in geen geval op tegen de desastreuze gevolgen. De machines zouden sedimentpluimen veroorzaken die leefgebieden versmoren en dieren verstikken, met definitief biodiversiteitsverlies tot gevolg. De schepen aan de oppervlakte zouden sediment met giftige chemische stoffen en afvalwater terug in de oceaan storten. De operaties zouden geluids- en lichtoverlast veroorzaken, en zo de communicatie- en navigatiecapaciteiten van walvissen, dolfijnen en andere diepzeesoorten ernstig verstoren. Diepzeemijnbouw zou wetenschappelijke ontdekkingen en ontwikkelingen tegenhouden, want de oceaanbodem bevat waardevolle informatie over hoe het leven op aarde ontstond. En het zou de visvoorraden beïnvloeden. Daardoor zou de belangrijkste bron van proteïnen in gevaar komen voor 1 miljard mensen, net als de inkomstenbron van 200 miljoen mensen, vooral in arme kustgemeenschappen.

De gevolgen van diepzeemijnbouw

Dan hebben we het zelfs nog niet gehad over het klimaat. De oceaan absorbeert meer dan 30% van de wereldwijde broeikasgassen, en 93% van de overtollige hitte van het broeikasgaseffect. Ze is dus onze belangrijkste bondgenoot in de klimaatcrisis. Diepzeemijnbouw kan ervoor zorgen dat de oceaan minder koolstof uit de lucht kan halen. Door de invasieve technieken zou koolstof die opgeslagen zit in de oceaanbodem, zelfs kunnen vrijkomen. De impact van diepzeemijnbouw zou dus wereldwijd ingrijpend zijn, en mogelijk zelfs onomkeerbaar.

Nood aan een moratorium

Bedrijven zitten nu in de testfase: er is nog geen commerciële diepzeemijnbouw in internationale wateren. Als we actie ondernemen, kunnen we diepzeemijnbouw en de bijhorende ecologische ramp dus voorkomen. Daarom ijvert WWF voor een moratorium. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er geen diepzeemijnbouw mag plaatsvinden tot

  • alle risico’s op milieu-, sociaal en economisch vlak bekend zijn;
  • aangetoond is dat het mariene milieu effectief beschermd is en biodiversiteitsverlies voorkomen wordt;
  • betrokken gemeenschappen en inheemse volkeren er goed geïnformeerd en vrijwillig mee instemmen;
  • alle alternatieven uitgeput zijn.

Bijna 1.000 mariene wetenschappers en beleidsexperten ondertekenden de oproep tot een moratorium. 37 landen schaarden zich er al achter – België helaas (nog) niet.

Wat is het alternatief?

Voorstanders van diepzeemijnbouw beweren dat we deze nieuwe extractie-industrie nodig hebben voor de groene transitie. Dat klopt niet: door de kringloopeconomie te omarmen, meer en beter te recycleren en in te zetten op technologische innovatie, kunnen we voldoen aan de vraag van de industrie naar bronmaterialen, zonder roofbouw te plegen op de oceaanbodem.

Waarom kunnen we niet gewoon recycleren?

De klimaatcrisis dwingt ons om snel meer hernieuwbare-energietechnologieën en elektrische mobiliteit te ontwikkelen. Daarvoor hebben we meer (gerecycleerde) metalen nodig. Zonnecellen en batterijen hebben een lange levensduur: het duurt dus even voor de metalen die ze bevatten, gerecycleerd kunnen worden. Wat we wél kunnen doen, is meer recycleren, en recyclagetechnieken optimaliseren en opschalen.

Hoe ziet die technologische innovatie er dan uit?

Tot voor kort werden de metalen die je ook in de diepzee vindt, gebruikt om batterijen voor allerhande elektrische toepassingen te produceren. Maar de batterijen die we nu ontwikkelen, gaan langer mee, en bevatten hergebruikte materialen. De evolutie in batterijtechnologie gaat trouwens razendsnel. Zo zit in solidstatebatterijen – the next big thing – geen kobalt, en steeds vaker ook geen nikkel. Ze laden ook nog eens sneller!

Volgens de meest optimistische vooruitzichten zal het nog 15 tot 20 jaar duren voor de technologie om diepzeemineralen te winnen en te verwerken, op punt staat. Voorstanders van diepzeemijnbouw gaan ervan uit dat we tegen dan nog nikkel en kobalt nodig gaan hebben, terwijl bedrijven er nu al minder gebruik van maken.

Oproep aan beleidsmakers

De weg naar een duurzamere toekomst begint met een eenvoudige beslissing: we doen niét aan diepzeemijnbouw. Het lot van miljoenen km² aan oceaanbodem, van de talloze fantastische soorten die ze herbergt, en uiteindelijk ook het lot van onze planeet, ligt in de handen van beleidsmakers. Zeg nee tegen diepzeemijnbouw, zet in op kringloopeconomie!

Wat kan jij doen?

  1. Zorg beter voor de spullen die je hebt. Geef ze een langer leven: investeer in onderhoud en reparaties.
  2. Start met minder consumeren. Vraag je altijd af of je écht nodig hebt wat je wilt kopen.
  3. Ga op onderzoek uit. Durf vragen waar de producent de nodige metalen haalt.
  4. Heb je thuis nog oude elektronica (bv. smartphones) liggen? Breng die toestellen naar een recyclagepunt. Zo geef je de kostbare metalen die ze bevatten, een tweede leven!