Internationale ijsbeer dag – Er is nieuw wetenschappelijk bewijs dat de soort lijdt onder de klimaatverandering

Internationale ijsbeer dag – Er is nieuw wetenschappelijk bewijs dat de soort lijdt onder de klimaatverandering

Op 27 februari is het internationale ijsbeer dag. De soort is al jaren het gezicht van de klimaatverandering, maar wetenschappelijk bewijs stapelt zich nu ook op dat de beelden van vermagerde dieren op losse ijsschotsen meer dan anekdotisch zijn. Nieuw onderzoek van de Universiteit van Washington wijst uit dat ijsberen in Baffin Bay (tussen Groenland en Noord-Canada) magerder worden en volwassen vrouwtjes minder jongen krijgen dan toen zee-ijs meer beschikbaar was. Voor WWF is dit hard wetenschappelijk bewijs dat de soort lijdt onder de klimaatverandering.

 

Het team van wetenschappers van de Universiteit van Washington vergeleek de bewegingen van 43 volwassen vrouwelijke ijsberen met zenders die hun posities van 1991 tot 1997 vastlegden, met die van 38 volwassen vrouwelijke ijsberen die van 2009 tot 2015 werden gevolgd. Door minder zee-ijs zijn de bewegingen van de beren beperkt tot een kleiner gebied en brengen ze meer tijd door dicht bij de kust, vooral in Groenland. Dat heeft reeds als concreet gevolg dat ze minder welpen krijgen dan in de jaren 1990 en bovendien ook magerder zijn.

Geen ijs, geen ijsbeer…

IJsberen overwinteren niet tijdens de wintermaanden, maar zwangere vrouwelijke beren graven holen in de sneeuw om uit te rusten en welpen te baren, meestal in december. De lente is een bijzonder belangrijke tijd voor ijsberen. IJsbeermoeders komen hongerig uit hun sneeuwholen met hun jonge welpen na vier maanden vasten. Ze moeten jagen en hun energie snel aanvullen, zodat ze hun welpen kunnen blijven voeden. Door de klimaatverandering smelt zee-ijs eerder in de zomer en vormt zich later in de herfst. IJsberen hebben dus minder tijd dan vroeger om te jagen en hun vetreserves op te bouwen. IJsberen overleven op zeehondenvet. Beren bouwen het grootste deel van hun jaarlijkse vetreserves op tussen eind april en half juli om hun gewicht de rest van het jaar te behouden. Ze hebben zee-ijs nodig om te jagen en zeehonden te bereiken.

Vorig jaar schetste het speciale IPCC-rapport over de oceaan en de cryosfeer in een veranderend klimaat (SROCC), de drastische veranderingen waarmee het Noordpoolgebied wordt geconfronteerd als gevolg van de klimaatcrisis. Dit omvat afnemend en dunner wordend zee-ijs. Het rapport stelt dat ongeveer de helft van het waargenomen verlies aan zee-ijs wordt toegeschreven aan verhoogde hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer. Nu zee-ijs verdwijnt, zegt de Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN) dat er een grote kans is dat de wereldpopulatie van ijsberen tegen 2050 met meer dan 30 procent zal afnemen.

Zonder zee-ijs moeten ijsberen andere voedselbronnen vinden. Dit kan hen naar lokale dorpen en steden leiden, waar vuilnisbelten, sledehonden en opslag van menselijk voedsel zorgen voor snelle en gemakkelijke maaltijden. Deze beren kunnen dan conflicten creëren door de veiligheid van mensen in het gedrang te brengen.

Wat doet WWF

WWF ondersteunt de bescherming van belangrijke leefgebieden van de ijsbeer, zoals de plaatsen waar vrouwelijke ijsberen hun holen in het ijs en de sneeuw graven. Het volgen van ijsberen helpt ons de impact te begrijpen die klimaatverandering en andere bedreigingen hebben op verschillende ijsberenpopulaties in het Noordpoolgebied. We ondersteunen lokale initiatieven om conflicten tussen mensen en beren te verminderen.

WWF pleit nationaal en internationaal voor ambitieuze klimaatplannen die ons laten evolueren naar een lage koolstofmaatschappij tegen 2050, om zo de mondiale temperatuurstijging te beperken tot 1,5 à 2° Celsius, zoals bepaald in het Akkoord van Parijs.