Bij wilde dieren daalde de gemiddelde populatiegrootte met een dramatische 73% in 50 jaar
Bij wilde dieren daalde de gemiddelde populatiegrootte met een dramatische 73% in 50 jaar
Tussen 1970 en 2020 slonken de gemiddelde populatiegroottes van gemonitorde wilde dieren met 73%. Dat blijkt uit het nieuwe Living Planet Report dat we vandaag publiceren. De planeet nadert gevaarlijke kantelpunten, met mogelijk onomkeerbare veranderingen tot gevolg, die ook een bedreiging vormen voor de mensheid. We hebben de oplossingen die nodig zijn om de natuur tegen 2030 weer op het goede spoor te krijgen, maar we moeten nu handelen, voor het te laat is.
De natuur wordt in een alarmerend tempo vernietigd. In slechts 50 jaar is de gemiddelde grootte van populaties van wilde gewervelde dieren met 73% afgenomen. Dit is de conclusie van ons Living Planet Report, waarvan de afgelopen 30 jaar elke twee jaar een nieuwe editie is gepubliceerd.
De onthutsende daling van 73% werd berekend op basis van meer dan 35.000 populatietrends, opgetekend tussen 1970 en 2020 bij 5.495 gewervelde diersoorten wereldwijd (amfibieën, vogels, zoogdieren en reptielen). De sterkste terugval doet zich voor in zoetwaterecosystemen (85%), gevolgd door ecosystemen op het land (69%) en in de zee (56%).
De krimp van populaties van wilde dieren onthult een systeem in gevaar. Het is een oorverdovend alarmsignaal. Het risico op uitsterven neemt toe en gezonde ecosystemen kunnen verloren gaan. Beschadigde ecosystemen kunnen onomkeerbare kantelpunten bereiken wanneer we kritieke grenzen overschrijden.
Als bijvoorbeeld het regenwoud in het Amazonegebied zo'n kantelpunt zou bereiken of als koraalriffen massaal zouden verdwijnen, zou dit schokgolven over de hele wereld sturen, met vooral gevolgen voor de voedselzekerheid.
Oorzaken en bedreigingen
De meest gerapporteerde bedreiging voor populaties van wilde dieren is de degradatie van hun leefgebieden, die voornamelijk veroorzaakt wordt door ons voedselsysteem. Andere oorzaken van de terugval van populaties zijn overexploitatie, invasieve soorten en ziekten. Klimaatverandering is dan weer vooral een bijkomende bedreiging voor populaties in Zuid-Amerika en het Caraïbische gebied.
Over welke dieren gaat het?
In het Living Planet Report wordt een hele reeks soorten besproken, zoals de Afrikaanse bosolifant in het Minkébépark in Gabon. De populatie ging tussen 2004 en 2014 achteruit met 78-81%, vermoedelijk door stroperij voor de ivoorhandel.

De populatie vrouwelijke karetschildpadden die nestelen op het eiland Milman in het Groot Barrièrerif in Australië, daalde tussen 1990 en 2018 met 57%. Deze schildpadden zijn kwetsbaar voor habitatverlies, klimaatverandering, legale en illegale visserij en verstrikking in visnetten.
En de populatie roze rivierdolfijnen slonk met 65% in het Amazonegebied, om maar een paar voorbeelden te noemen.
Positieve voorbeelden
In het Living Planet Report vallen ook een paar populaties op die zich wél hebben gestabiliseerd of zelfs groeiden dankzij natuurbeschermingsinspanningen. Bij een subpopulatie berggorilla’s in het Virunga-gebergte in Oost-Afrika, bijvoorbeeld, zien we een toename van ongeveer 3% per jaar tussen 2010 en 2016.

Ook Europa is getuige geweest van de comeback van een aantal wilde diersoorten, zoals de Europese bizon (van 0 in 1950 tot 6.800 in 2020) en de kroeskoppelikaan, als gevolg van herintroducties van soorten, wettelijke bescherming en andere acties om de natuur te behouden en herstellen. Deze afzonderlijke, geïsoleerde successen zijn natuurlijk niet voldoende.

Een systeem in gevaar: wat moeten we doen?
Op papier zijn landen het eens over ambitieuze wereldwijde doelen om natuurverlies te stoppen en de globale temperatuurstijging te beperken.). Maar met de acties die we nu zien op het terrein, gaan we de doelen voor 2030 onmogelijk halen.
Ter gelegenheid van de internationale conferenties over biodiversiteit en klimaat die eind dit jaar plaatsvinden - COP16 en COP29 - roept WWF alle landen op om ambitieuzere nationale plannen voor natuur en klimaat op te stellen en uit te voeren, en om meer publieke en private fondsen vrij te maken zodat ze op grote schaal kunnen handelen en hun beleid en acties op het gebied van klimaat, natuur en duurzame ontwikkeling beter op elkaar kunnen afstemmen.
De enige manier om vooruitgang te boeken in de richting van deze wereldwijde doelstellingen is door de oorzaken van klimaatverandering en het verlies van natuur aan te pakken, door onze energie-, voedsel- en financiële systemen fundamenteel te veranderen. Tegelijkertijd moeten we de maatregelen voor natuurbehoud op een effectieve en inclusieve manier opschalen.
Hoewel de situatie dramatisch is, zijn we nog niet voorbij het ‘point of no return’. We hebben de wereldwijde afspraken en de oplossingen om de natuur tegen 2030 op het pad naar herstel te zetten, maar tot nu toe is er weinig vooruitgang geboekt en ontbreekt het aan urgentie. Als we de planeet willen herstellen, moeten we nu handelen, voor het te laat is.
Test hoe jij in actie kunt komen voor een levende planeet