Waarom de nieuwe voedseldriehoek goed en nodig is voor het milieu

Waarom de nieuwe voedseldriehoek goed en nodig is voor het milieu

De nieuwe voedseldriehoek die het Vlaams Instituut Gezond Leven voorstelt is een goede zaak voor het milieu. Meer nog: het is een geweldige opportuniteit om mensen aan te tonen dat ieder van ons een impact heeft op de planeet en dat we die impact zelf ook kunnen bepalen.

Een eerste belangrijk aspect is het vermijden van bewerkt voedsel. Industrieel geproduceerd voedsel vraagt veel meer energie, water en verpakking dan groenten en fruit. Hetzelfde geldt voor frisdranken, die enorme hoeveelheden suiker opslokken en onbehoorlijk veel van ons kostbaar zoet water. Bovendien kruipen er vaak veel voedselkilometers in industrieel bewerkte voeding. Deze aanbeveling opent dan ook perspectieven voor meer lokaal produceren en consumeren.

Maar vooral het pleidooi voor een overwegend plantaardig dieet is met voorsprong de belangrijkste win voor onze planeet. Om maar één feit te geven: de productie en het vervoer van voedsel is verantwoordelijk voor 30% van onze CO2-emissies. Daarin zit ook de uitstoot als gevolg van ontbossing of landomzetting voor landbouwgewassen. Het gewas dat daarin het grootste aandeel uitmaakt is soja. Zo consumeert de gemiddelde Europeaan niet minder dan 61 kilogram per jaar van de eiwitrijke boontjes, via de transformatie tot vlees, zuivel, eieren en kweekvis. Van de in totaal 284 miljoen ton soja die in 2013/2014 werd geproduceerd, ging tenminste 75% naar veevoederfabrikanten. In Europa gaat zelfs 93% van de ingevoerde soja naar veevoeder. Een groot stuk van die landomzetting is een gevolg van speculatie. We hebben al dat land namelijk niet nodig – de productie is al historisch hoog. Vandaag ligt er in Brazilië niet minder dan 2 miljoen km² braak. WWF rekende al uit dat je daarmee makkelijk de wereldwijde vraag kan dekken voor de komende jaren.

Dan hebben we het nog niet over het waterverbruik of de uitstoot van methaan van de miljoenen dieren die al dat soja opeten. Om een halve kilo vlees te produceren is 100 keer zoveel water nodig dan voor een halve kg graan. De gemiddelde koe produceert per jaar 90 kilo methaan, wat vergelijkbaar is met 120 liter benzine.

Je kan er dus niet om heen dat we eenvoudig minder vlees moeten gaan eten. Laat vlees weer een luxeproduct worden, lokaal geproduceerd uit een kleine veestapel die gevoed wordt met restvoedsel uit de lokale landbouw. Met een eerlijke prijs voor de boeren wordt deze transitie een haalbare kaart.

Nog een derde reden waarom applaus op zijn plaats is voor deze nieuwe voedseldriehoek: Door de nadruk te verleggen van hoeveelheden (‘vijf tot twaalf sneden brood’, ‘drie tot vijf stuks aardappelen’ enz.) naar kwaliteit van voedsel, is er eindelijk een duidelijke richtlijn die de alomtegenwoordige voedselverspilling niet in de hand werkt maar vermijdt. Niet minder dan een derde van alle voedselproducten wordt weggegooid. Dat is een hoop voedsel. En veel energie. En een berg water.

Kortom, een gezond dieet spoort uitstekend met een duurzaam dieet. Het is goed voor ons welzijn, het helpt onze bossen en biodiversiteit te behouden en het is een van de noodzakelijke oplossingen tegen de klimaatverandering.

Elly Peters (voedselexperte) en Koen Stuyck (woordvoerder) WWF België