Bij wilde dieren daalde de gemiddelde populatiegrootte de afgelopen 50 jaar met een dramatische 73% 

Bij wilde dieren daalde de gemiddelde populatiegrootte de afgelopen 50 jaar met een dramatische 73% 

Nieuw WWF Living Planet Report: kernpunten

  1. Indicatoren tonen dat de natuur verdwijnt aan een alarmerende snelheid. 
  2. Gemonitorde populaties dalen het snelst in Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (-95%), Afrika (-76%), Azië en de Stille Oceaan (-60%). Dat de daling sinds 1970 in Europa lager is (-35%), komt doordat de natuur in Europa ook voor 1970 al in slechte staat verkeerde. 
  3. Door natuurverlies en klimaatverandering nadert de wereld gevaarlijke kantelpunten, met onomkeerbare gevolgen.  
  4. Wat de komende vijf jaar ondernomen wordt, is doorslaggevend voor de toekomst van alle leven op aarde. Maar: we kunnen onze koers wijzigen en het pad naar herstel inslaan.  


Brussel, 10 oktober 2024 

Tussen 1970 en 2020 slonken de gemiddelde populatiegroottes van gemonitorde wilde dieren met 73%. Dat blijkt uit het nieuwe Living Planet Report dat WWF vandaag publiceert. De planeet nadert gevaarlijke kantelpunten, met mogelijk onomkeerbare veranderingen tot gevolg, die ook een bedreiging vormen voor de mensheid. ‘We hebben de oplossingen om de natuur tegen 2030 weer op het goede spoor te zetten, maar we moeten nu handelen, voor het te laat is’, waarschuwt Caroline Tsilikounas, CEO van WWF-België.

De onthutsende daling van 73% werd berekend op basis van bijna 35.000 populatietrends, opgetekend tussen 1970 en 2020 bij 5.495 gewervelde diersoorten wereldwijd (amfibieën, vogels, zoogdieren en reptielen). De sterkste terugval doet zich voor in zoetwaterecosystemen (85%), gevolgd door ecosystemen op het land (69%) en in de zee (56%). 

De percentages waarover we hier spreken, weerspiegelen de gemiddelde verandering in de omvang van dierenpopulaties over een periode van 50 jaar, en dus niet het aantal verloren individuele dieren of het aantal populaties dat verloren ging. 

Dat populaties van wilde dieren krimpen, vormt een belangrijke waarschuwing. Het risico op uitsterven neemt toe en gezonde ecosystemen kunnen verloren gaan. Beschadigde ecosystemen kunnen onomkeerbare kantelpunten bereiken wanneer we kritieke grenzen overschrijden.

Als een populatie onder een bepaald niveau zakt, kan die soort zijn rol binnen het ecosysteem (bestuiving, begrazing …) niet meer vervullen. Dat ondermijnt op zijn beurt de voordelen die ecosystemen aan mensen bieden: voedsel, schoon water en de opslag van CO2, bijvoorbeeld. 

Amazone

Of neem het voorbeeld van het Amazonewoud. Klimaatverandering en ontbossing kunnen het Amazonewoud naar een kantelpunt drijven, waardoor het gebied ongeschikt wordt voor tropisch regenwoud. 

Op dit moment is de Amazone een koolstofput – na het kantelpunt zou er tot 75 miljard ton koolstof kunnen vrijkomen in de atmosfeer. Daardoor zouden we de klimaatopwarming onmogelijk kunnen beperken tot 1,5°C. Het kantelpunt zou wereldwijd schokgolven veroorzaken en onze voedselzekerheid aantasten. 

Oorzaken 

De meest gerapporteerde bedreiging voor populaties van wilde dieren is de degradatie van hun leefgebieden, die voornamelijk veroorzaakt wordt door ons voedselsysteem. Andere oorzaken van de terugval van populaties zijn overexploitatie, invasieve soorten en ziekten. Klimaatverandering is dan weer vooral een bijkomende bedreiging voor populaties in Zuid-Amerika en het Caraïbische gebied.  

Welke dieren? 

In het Living Planet Report wordt een hele reeks soorten besproken, zoals de Afrikaanse bosolifant in Gabon. De populatie ging tussen 2004 en 2014 achteruit met 78-81%, vermoedelijk door stroperij voor de ivoorhandel. De populatie van de nestelende karetschildpadden op Milman, een eiland in het Groot Barrièrerif in Australië, daalde tussen 1990 en 2018 met 57%. En de populatie roze rivierdolfijnen slonk met 65% in het Amazonegebied, om maar een paar voorbeelden te noemen. 

Lichtpuntjes 

In het Living Planet Report vallen ook een paar populaties op die zich wél hebben gestabiliseerd of zelfs groeiden dankzij natuurbeschermingsinspanningen. Bij een subpopulatie berggorilla’s in het Virunga-gebergte in Oost-Afrika, bijvoorbeeld, zien we een toename van ongeveer 3% per jaar tussen 2010 en 2016.  

Ook Europa is getuige geweest van de comeback van een aantal wilde diersoorten, zoals de Europese bizon (van 0 in 1950 tot 6.800 in 2020), als gevolg van herintroducties, wettelijke bescherming en andere acties om de natuur te herstellen. Die herintroductie van de Europese bizon is trouwens een project dat WWF-België actief mee ondersteunt, in Roemenië bijvoorbeeld. 

Europese bizons in Roemenië. © Adrian Grancea - WWF

Maar afzonderlijke, geïsoleerde successen zijn niet voldoende, ook niet in Europa. Zoetwatervissen, reptielen en amfibieën lopen op ons continent zelfs een groter risico om uit te sterven. 

Wat moeten we doen? 

Op papier zijn landen het eens over ambitieuze mondiale doelen om natuurverlies een halt toe te roepen en om te buigen. Maar in werkelijkheid zijn de nationale actieplannen en de concrete maatregelen op het terrein lang niet voldoende om de doelstellingen voor 2030 te halen, en om de gevaarlijke kantelpunten te vermijden. 

In de aanloop naar de internationale conferenties rond biodiversiteit en klimaat die eind dit jaar plaatsvinden – COP16 en COP29 – roept WWF alle landen op om ambitieuzere nationale plannen voor natuur en klimaat op te stellen en uit te voeren, en om meer publieke en private middelen vrij te maken. Zo kan op grotere schaal gehandeld worden, en kunnen beleid en acties voor klimaat, natuur en duurzame ontwikkeling beter op elkaar afgestemd worden. 

Er is maar één manier om vooruitgang te boeken rond die mondiale doelen: de oorzaken van klimaatverandering en natuurverlies aanpakken door onze energie-, voedsel- en financiële systemen te transformeren. Tegelijkertijd moeten we doeltreffende en inclusieve natuurbeschermingsmaatregelen opschalen. 

‘Hoewel de situatie dramatisch is, zijn we nog niet voorbij het “point of no return”. We hebben de wereldwijde afspraken en de oplossingen om de natuur tegen 2030 op het pad naar herstel te zetten, maar tot nu toe is er weinig vooruitgang geboekt en ontbreekt het aan urgentie. Als we de planeet willen herstellen, moeten we nu handelen, voor het te laat is’, onderstreept Caroline Tsilikounas van WWF-België.


Bijlage: 

Beeldmateriaal om te gebruiken:
  • Video (van de populaties die het slecht doen, populaties die het beter doen en regio’s).
  • Foto’s (van diersoorten en regio’s). 

Contact
Hans Moyson
Media Relations Manager
WWF-België
[email protected] 
+32 (0) 472 01 17 06
+32 (0) 2 340 09 43

Over WWF
WWF is een onafhankelijke natuurbeschermingsorganisatie en een wereldwijd netwerk dat actief is in bijna 100 landen. Onze missie is de aantasting van de natuurlijke omgeving van de planeet een halt toeroepen en een toekomst opbouwen waarin mensen leven in harmonie met de natuur. We willen de biologische diversiteit van de wereld in stand houden en zetten in op het gebruik van hernieuwbare, duurzame natuurlijke hulpbronnen. Ook de vermindering van vervuiling en afval is een van onze belangrijke speerpunten.