Zo komen deze zes dieren de winter door
Zo komen deze zes dieren de winter door
Wat schuilt er precies achter die ogenschijnlijke rust die de winter de natuur oplegt? Elke soort ontwikkelt zijn eigen technieken om met de koude om te gaan: schuilen in de warmte van hun hol, naar het zuiden trekken, hun stofwisseling vertragen, hun dieet veranderen, of zelfs hun uiterlijk ... We sommen de meest voorkomende technieken voor je op.
De egel gaat in winterslaap
Tijdens het koude seizoen, wanneer er weinig voedsel is (van oktober-november tot maart-april), gaan de meeste egels in winterslaap. Beschut in een nestje van bladeren, een hol, een heg of hooi, vallen egels in slaap tot ze in de lente weer ontwaken. Tijdens hun winterslaap verliezen ze tot 40% van hun lichaamsgewicht en hun ademhaling vertraagt. Maar niet alle egels gaan in winterslaap: bij zachter weer gaan sommige egels alles gewoon trager doen om energie te sparen.
Andere winterslapers zijn marmotten, vleermuizen en relmuizen. Die ontwikkelden ook allemaal specifieke technieken om de winter door te komen.
De bruine beer gaat in winterrust
En dus niet in winterslaap, zoals je zou denken. Zodra het herfst wordt, gaat de Europese bruine beer op zoek naar een hol en raakt hij in een staat van langdurige slaap. Gedurende enkele maanden (van november tot maart) eet en drinkt hij niet. Zijn opgebouwde vetreserves zijn voldoende om het koude seizoen door te komen.
Die langdurige slaap is niet zo diep als een winterslaap, want hij kan nog steeds snel reageren op mogelijke gevaren. Soms wordt hij ook eventjes wakker om lichtjes te bewegen en dan weer in slaap te vallen.
De distelvlinder trekt naar warmere oorden
We weten dat sommige vogels naar warmere landen trekken in de winter, maar zij zijn niet de enige. Dat is dus ook het geval voor de distelvlinder. Dit kleine insect vind je overal ter wereld terug (behalve in Zuid-Amerika en Antarctica) en kan wel 4.000 km afleggen.
Wist je dat ze hun tocht vaak in één keer, zonder tussenstops, afleggen? Dat is de langste ononderbroken migratie ooit.
De poolvos verandert zijn uiterlijk
Het lichaam van de poolvos is extreem goed uitgerust om de bittere kou van het noordpoolgebied te weerstaan, met temperaturen tot -50°C! In de winter verandert ook de kleur van zijn vacht. Die gaat van grijsbruin naar helemaal wit, waardoor hij helemaal opgaat in het besneeuwde landschap.
De muurhagedis verdooft van de koude
In tegenstelling tot vogels en zoogdieren zijn amfibieën zoals kikkers en reptielen koudbloedig: hun lichaamstemperatuur past zich aan hun omgeving aan. In de herfst zoekt de muurhagedis spleten in muren of rotsen op om zich te verbergen en te beschermen tegen de extreme kou en roofdieren. Zijn metabolisme vertraagt enorm en hij kan enkele maanden overleven zonder te eten. Hoewel zijn winterslaap niet zo diep is als die van zoogdieren, spaart hij zo energie en wacht hij op mildere temperaturen in de lente voordat hij weer in actie schiet.
Het witstaarthert verandert zijn dieet
In Noord-Amerika verandert het witstaartherten z’n dieet tijdens de winter. In de zomer en herfst eet hij planten, twijgen en fruit. In het koude seizoen blijven er alleen nog twijgen van bomen en struiken over. Om die hoeveelheid houtachtige vezels beter te kunnen verteren, past z’n spijsverteringsstelsel zich aan. Tegelijkertijd put hij zijn lichaamsreserves uit en verliest hij 15-30% van zijn gewicht, dat hij in de lente weer terugwint.