Eindelijk onthullen bonobo's hun geheimen

Eindelijk onthullen bonobo's hun geheimen

Bonobo's zijn de minst bestudeerde mensapen. Hoe dat komt? Ze leven verdoken in het hart van moeilijk toegankelijke bossen. Informatie verzamelen over de soort is dus een hele kluif. Onlangs ging een groep wetenschappers de uitdaging aan. Om onze kennis over deze fascinerende dieren te vergroten, verzamelden ze alle info die sinds 2002 verscheen. Het doel van hun titanenwerk: zorgen dat we de soort beter kunnen beschermen.

We zijn met geen enkele diersoort nauwer verwant dan met bonobo's: we delen maar liefst 98,7% van ons DNA met deze mensapen. Ze komen enkel voor in de Democratische Republiek Congo, ten zuiden van de Congostroom. Als we hun toekomst willen veiligstellen, moeten we hun uitgestrekte leefgebied dus behouden – want ze hebben er maar één. Omdat ontbossing en stroperij de soort zwaar onder druk zetten, is ze volgens de Rode Lijst van IUCN al met uitsterven bedreigd. Geen tijd te verliezen, dus: we moeten ze beter beschermen.

Een groep bonobo's loopt langs een rivier in het wild

Om doeltreffend te kunnen ingrijpen, hebben we info nodig. Waar leven bonobo's? Met hoeveel zijn ze? Hoe zit het met de populatiedichtheid, en met welke bedreigingen kampen ze? Dat moeten we achterhalen om de soort gericht te kunnen beschermen en de impact van onze inspanningen te bepalen.

Tot voor kort hadden we enkel inschattingen over hun aantallen. Er zouden 15.000 à 20.000 individuen zijn. Die cijfers kwamen uit onderzoeken van kleine delen van hun verspreidingsgebied, die dan werden geëxtrapoleerd naar de rest van hun leefgebied. In tegenstelling tot chimpansees en gorilla's was er nog maar weinig onderzoek uitgevoerd naar bonobo's, omdat hun leefgebied veel minder toegankelijk is. In de meeste onderzoeken werd hooguit 200 km² onder de loep genomen – ruim 70% van hun veronderstelde verspreidingsgebied werd dus nog nooit nauwgezet onderzocht.

Maar nu hebben wetenschappers de resultaten van dertien verschillende studies samengebracht om onze kennis over de soort uit te breiden. Hun conclusie? Als we willen voorkomen dat de bonobo uitsterft, moeten we Salonga National Park beschermen.

Een volwassen bonobo zittend op een boomtak in het bos

Salonga National Park, cruciaal voor de bonobo

Pal in het midden van het leefgebied van de bonobo ligt Salonga National Park, het grootste beschermde tropische regenwoud van Afrika. Dat nationaal park beslaat zo'n 27% van het vermoede verspreidingsgebied van de soort, en vormt dus een van haar belangrijkste habitats. Tussen 2002 en 2018 voerden wetenschappers daar twee grootschalige studies uit in gebieden van 42.000 km². Die leverden waardevolle gegevens op.

Door alle puzzelstukken samen te leggen, konden ze een exactere inschatting maken: nu weten we dat er zo'n 12.600 bonobo's leven in Salonga National Park. Als je de dieren aan de rand van het park meetelt, zijn ze met 15.000. Met andere woorden: Salonga is cruciaal voor het voortbestaan van de soort.

Er is dus hoop, maar er hangen ook tal van bedreigingen boven het hoofd van deze mensapen. En omdat ze maar in één land voorkomen, zijn ze bijzonder kwetsbaar. Elk jaar verliest de Democratische Republiek Congo een miljoen hectare bos. Verstedelijking, gewapende conflicten en bevolkingsgroei voeren de druk op het leefgebied van de bonobo verder op. Bovendien blijft stroperij een serieus probleem. Tot slot zou de klimaatverandering de samenstelling van de bossen kunnen aantasten, wat de overlevingskansen van de bonobo zou doen kelderen.

Uitgestrekte bossen behouden is dus essentieel om de toekomst van deze mensapen te verzekeren.

Ontbossing van Congolese regenwouden leidt tot het uitsterven van de bonobo

Hoe tel je bonobo's?

Zoals gezegd, leven bonobo's in dichte tropische regenwouden. Daardoor is het knap lastig om ze in hun natuurlijke habitat te spotten. Wetenschappers gebruiken dus indirecte methodes: ze tellen bijvoorbeeld de nesten die bonobo's elke dag maken om in te slapen. Vooral moederdieren vertonen dat gedrag. Natuurlijk laat die methode ook te wensen over. Daarom zetten wetenschappers ook in op wildcamera's, drones, genetische analyses ... Elke aanpak biedt zo zijn voor- en nadelen.

De combinatie van de traditionele nesttellingen en rechtstreekse observaties met wildcamera's is wat deze nieuwe studie zo uniek maakt. Ze vult tal van kennisleemten over de bonobo.

Want we kregen veel meer dan een nieuwe populatieschatting: de resultaten onthulden ook dat er meer nesten zijn in gebieden ver van rivieren, waar Marantaceae (kruidachtige, vaste planten) welig tieren in de ondergroei. Uit de wildcamerabeelden leerden we ook dat bonobo's liever ver van bewoonde gebieden blijven. Dat bevestigen beide onderzoeksmethoden: hoe dichter je bij bewoond gebied komt, hoe minder bonobo's er zijn. Liefst van al vertoeven ze in dichte bossen, ver van stoorzenders.

Laten we deze levensgenieters redden

Bonobo's zijn fascinerende dieren. Ze leven in matriarchale groepen. Samenwerken, spanningen bedaren en - jawel! - plezier staan daarin centraal. Conflict gaan ze liever uit de weg. Ze houden van aanrakingen, en spelen en paren graag. Hun geweldvrije samenleving lijkt wel een knipoog naar het epicurisme: ze houden van de kleine pleziertjes van het leven, streven naar harmonie in de groep, en bij bonobo's is er geen plaats voor agressie. Als dat geen indrukwekkend voorbeeld is.

Helaas heerst die vrede enkel onder bonobo's. Want van buitenaf worden ze voortdurend bedreigd.

Toch houden deze vredelievende mensapen stand, diep verscholen in het bos. Laten we dus alles doen wat we kunnen om hun waardevolle leefgebied te beschermen. Want zolang wij ons inzetten voor de bonobo, is er hoop.

Ik schrijf me in op de maandelijkse nieuwsbrief