Olifantencrisis in Afrika is groter dan ooit - Gabon is 80% van populatie kwijt

Olifantencrisis in Afrika is groter dan ooit - Gabon is 80% van populatie kwijt

Amerikaanse onderzoekers presenteerden deze week een nieuwe studie met schokkende cijfers: stropers hebben tussen 2004 en 2014 tachtig procent van alle bosolifanten in Gabon gedood. In tien jaar tijd zijn er door illegale jacht ongeveer 25.000 olifanten omgekomen in Minkebe Nationaal Park, één van de weinige plekken in Afrika waar nog bosolifanten leven.

 

We vroegen Pauwel de Wachter, onze wildlife crime expert in Gabon, hoe de stroperijcrisis kan worden gestopt. “Voor deze studie hebben WWF en andere organisaties zoals WCS de telling van 2004 uitgevoerd. De publicatie bevestigt helaas opnieuw de bijzonder dramatische situatie van bosolifanten in het Congobekken. De druk ligt vooral enorm op de laatste olifantenpopulaties in Gabon, de Republiek Congo en Kameroen. Ook de laatste veilige havens zoals Minkebe Nationaal Park in het noorden van Gabon blijken niet veilig te zijn voor de grootschalige ivoormaffia. In het noorden van Gabon is de prijs van ivoor op de zwarte markt vertienvoudigd in tien jaar tijd.”

Hoe kan het tij gekeerd worden?

Het is niet zo dat er niets gebeurt. Op de dag dat deze studie in het nieuws kwam werd ook bekend dat met hulp van WWF in Congo (Republiek Congo) weer twee verdachten van ivoorstroperij zijn opgepakt. Zij zouden in Minkebe olifanten hebben gestroopt. Ook was er deze week op initiatief van het ministerie van Bossen in de Republiek Congo een bijeenkomst met ngo’s zoals WWF over het nationaal ivooractieplan. De CITES-lidstaten (CITES: Conventie over internationale handel in bedreigde soorten) hebben een aantal landen opgelegd om zo snel mogelijk een nationaal ivoor-actieplan (NIAP) in te voeren. Dit houdt in dat ze gaten in hun wetgeving en handhaving moeten aanpakken want anders volgen er sancties.

Is het een kwestie van meer geld?

Je voorkomt het stropen van olifanten allereerst door het veel verder opvoeren van antistroperijpatrouilles en inzet van rangers. Zo bouwt WWF nieuwe rangerstations in Kameroen. Door (internationale) overheden zal vooral veel meer geld in antistroperijmaatregelen gestoken moeten worden om de belangrijkste gebieden van olifanten veilig te stellen.  Te veel nationale parken, en dat geldt helaas ook voor Minkebe, hebben structureel te weinig geld om de stroperijcrisis echt het hoofd te kunnen bieden. Vergis je niet, Minkebe Nationaal Park en het omliggende gebied is 32.000 km2 groot, dat is vergelijkbaar met de oppervlakte van België. Het zogeheten TRIDOM, een uniek bosgebied in Gabon, Kameroen en de Republiek Congo is zelfs 178.000 km2; ruim vier keer de omvang van Nederland. Het is helaas ook een hotspot voor stroperij. Onze collega’s van African Parks, ook door WWF ondersteund, hebben een paar zwaar bedreigde parken zoals Odzala en Garamba onder hun hoede genomen, maar zij kunnen ook niet alles. Het antwoord op je vraag is ‘ja’. Er is dus snel heel veel geld nodig om de olifanten te redden. De Europese Unie, de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk doen al heel wat. Het zou mooi zijn als de overheden van Nederland, België en de Scandinavische landen ook direct zouden investeren in het voortbestaan van de bosolifant.”

Wat doen de landen in de regio zelf?

Een land als Gabon is vastbesloten om stroperij te stoppen, maar de straffen zijn nog steeds veel te laag. Je krijgt hier maximaal zes maanden cel voor stroperij. Die strafmaat moet echt omhoog en daar hameren we al heel lang op. Er moet ook beter worden samengewerkt met buurlanden en ook met de rechterlijke macht. En het kàn, want we hebben bijvoorbeeld het afgelopen half jaar in de Republiek Congo gezien dat er met hulp van WWF 20 ivoorstropers (inclusief acht handelaars) zijn veroordeeld tot een gemiddelde celstraf van ruim vier jaar. Maar in Gabon zijn de wetten nog altijd te zwak en het nationaal parkagentschap van Gabon is onderbemand en kan het uitgestrekte gebied onvoldoende beveiligen. Ook wordt onvoldoende gemonitord op tenuitvoerlegging van de vonnissen want we zien regelmatig dat veroordeelden op valse gronden worden vrijgelaten. In de Republiek Congo hebben we een jurist die regelmatig gevangenissen bezoekt om te controleren of de straffen worden uitgezeten. Door de korte straffen zien we veel recidivisten op het gebied van ‘wildlife crime’. Het is makkelijk verdienen en de straffen zijn laag. Ook zou naar mijn idee meer moeten worden geïnvesteerd in speciale ‘wildlife crime’-opsporingsdiensten, die vooral de grote stropers en de handelaars oppakken.

Maar je moet toch niet alleen een repressief beleid voeren, want daar red je de olifant niet mee.

Dat klopt helemaal. Als de sociale omstandigheden voor lokale gemeenschappen verbeteren dan zul je zien dat ook de stroperij afneemt. Daarnaast is het heel belangrijk om op scholen en via de media bewustwording te creëren dat de olifant Afrikaans erfgoed is. Een hele kluif maar wij blijven er keihard met de overheden en collega-organisaties aan werken om bosolifanten te beschermen. Het is niet alleen belangrijk om een iconische en heel sociale en intelligente diersoort te behouden, maar ook van fundamenteel belang voor het tropisch regenwoud, omdat veel bomen afhankelijk zijn van de bosolifant voor de verspreiding van hun zaden. Hun bijnaam is niet voor niets de tuinman van de jungle.